fotoalbum
Bruine grootoorvleermuis - Plecotus auritus
De grootoorvleermuis, bruine grootoorvleermuis, of gewone grootoorvleermuis is een vleermuis uit het geslacht grootoorvleermuizen (Plecotus) en de familie der gladneuzen (Vespertilionidae). Het dier wordt 4 tot 5 centimeter groot. De vleermuis heeft een spanwijdte van 240 tot 285 millimeter. Hij weegt 5 tot 12 gram. De grootoorvleermuis wordt maximaal 22 jaar oud, maar gemiddeld niet meer dan 4,5. Het zomerverblijf van de grootoorvleermuis bevindt zich in boomholten, maar ook zolders worden gebruikt. De winterslaap brengt de grootoorvleermuis waarschijnlijk vooral door in geïsoleerde boomholten, maar in kleine aantallen kan je hem ook vinden in gebouwen, grotten, bunkers en mijntunnels, zolang de temperatuur niet al te ver onder het vriespunt zakt. Dit exemplaar kwam uit de kruipkelder in de gewone kelder teredcht.
Eekhoorn - Sciurus vulgaris
De eekhoorn, rode eekhoorn of gewone eekhoorn is de in Europa meest voorkomende eekhoorn. De eekhoorn is 20 tot 28 centimeter lang en 250 tot 350 gram zwaar. De borstelige pluimstaart is van 15 tot 20 centimeter lang. Het is een omnivoor, die tot de knaagdieren behoort. De eekhoorn voedt zich met name met plantaardig materiaal als noten en zaden van sparren en pijnbomen. Verder eten ze knoppen, paddenstoelen, stukken boomschors, en soms dierlijk materiaal, als insecten, eieren en zelfs jonge vogels. De eekhoorn is een dagdier, dat zich meestal vlak na zonsopgang al laat zien. De eekhoorn houdt geen winterslaap. In plaats daarvan houdt hij zich bij gure dagen in zijn nest verborgen, en bezoekt hij op betere dagen 's ochtends zijn wintervoorraad. Eekhoorns worden 3 tot 7 jaar in het wild, en tot tien jaar in gevangenschap. De belangrijkste natuurlijke vijanden zijn marters, roofvogels en huishonden en -katten.Deze eekhoorn kwam in de tuin, vooral voor het halen van hazelnoten en okkernoten. Ook afgekloven dennenappels zijn het werk van de eekhoorn. Verder blijkt hij ook rijpe kersen te lusten.
Egel - Erinaceus europaeus
De egel zoogdier uit de familie der egels (Erinaceidae). Hij is vooral bekend om zijn stekelvacht en zijn gewoonte om zich bij gevaar op te rollen. Egels komen voor in een grote variatie aan landschappen, zolang er voldoende onderbegroeiing is en de bodem niet al te vochtig is. Ze zijn plaatselijk talrijk in loofbossen met ondergroei, vochtige weiden en grasvelden. Egels houden van randgebieden waar deze leefgebieden samenkomen. De egel is een insecteneter, die zijn voedsel voornamelijk in de ondergroei zoekt. Met zijn snuit spoort hij zijn prooien op tussen afgevallen bladeren, graspollen en losse aarde, terwijl zijn gehoor scherp genoeg is om prooidieren onder de grond te horen kruipen. De egel is vooral een opportunist. Hij vult zijn dieet aan met spinnen, kleine gewervelde dieren zoals kikkers, padden, hagedissen, slangen en jonge vogeltjes en kleine zoogdieren zoals knaagdieren, spitsmuizen en mollen. Verder staan op zijn menu aas, paddenstoelen, bessen en vruchten. De egel houdt een winterslaap. De winterslaap duurt in gematigde streken ongeveer van oktober tot maart of april.
Gewone Bosmuis - Apodemus sylvaticus
Hij heeft een gevarieerd dieet: hij leeft van graan, noten, vruchten, bessen, eikels, beukennootjes, hazelnoten, zaden, knoppen, paddenstoelen, mossen en galappels, maar ook van insecten, duizendpoten, spinnen, regenwormen en slakken. 's Zomers eet hij voornamelijk boomzaden en noten, 's winters voornamelijk scheuten, knoppen en rupsen. De bosmuis is meestal 's nachts actief, 's zomers ook in de schemering. De bosmuis woont in een zelfgegraven ondergronds hol, meestal met één ingang, een nestkamer en een voorraadkamer. Het nest bestaat uit bladeren, mos en reepjes gras. Het gangenstelsel wordt door de volgende generatie verder gebruikt om tijd te sparen in hun korte leven. In een nacht kan een bosmuis grote afstanden afleggen. e leven over het algemeen in bossen, tuinen, braakliggend terrein, graanvelden, struikgewas en zandduinen; soms ook in gebouwen.
Gewone Grootoorvleermuis - Plecotus auritus
De grootoorvleermuis jaagt op spinnen, maar ook op motten en andere insecten als kevers, wantsen en oorwormen. Hij haalt zijn voedsel rechtstreeks uit de lucht, maar kan ook ter plekke blijven zweven om zo insecten van de vegetatie te plukken. De grootoorvleermuis is vooral ‘s nachts actief maar kan soms ook al gezien worden voor zonsondergang. De gewone grootoorvleermuis heeft een voorkeur voor open loof- en naaldbossen, waar hij tussen de bomen kan jagen. Het dier schuilt in boomholten, grotten, speciale vleermuiskasten en gebouwen. Dankzij zijn grote oren kan de grootoorvleermuis het gefladder van insecten horen en is hij tijdens het jagen dus minder afhankelijk van ultrasone golven. Grote insecten worden opgegeten op vaste eethangplaatsen, waar je dan bvb een verzameling vleugels van nachtvlinders kan vinden. Het exemplaar op de foto's had zich verstopt in een elektrisch aangedreven rolluik, en werd daaronder dood aangetroffen.
Huismuis - Mus musculus
De huismuis is een knaagdier uit het geslacht Mus van de onderfamilie Murinae. De huismuis is een cultuurvolger. Een volwassen huismuis heeft een kop-romplengte van 7-10 cm, een staartlengte van 6-10 cm en een lichaamsgewicht van 10 tot 45 gram. Vrouwtjes zijn meestal zwaarder dan mannetjes. Huismuizen zijn echte alleseters. Ze hebben een voorkeur voor granen, zaden, noten, wortelen en insecten, larven en wormen, maar bij gebrek aan beter voedsel kunnen ze ook papier of zelfs zeep en lijm eten. Ze eten het liefst vet- en eiwitrijk voedsel; koolhydraatrijk voedsel als fruit en groene planten worden minder vaak gegeten. Huismuizen zijn voornamelijk 's nachts actief. Ze maken een rond hol in de grond, dat met een ingang is verbonden met een nestkamer, die op twintig centimeter diepte ligt. Wilde huismuizen kunnen maximaal dertig maanden oud worden, maar omdat ze veel vijanden hebben leven ze soms nog geen half jaar, en zelden meer dan 18 maanden. Vrouwtjes worden meestal ouder dan mannetjes. Hun natuurlijke vijanden zijn uilen (voornamelijk de kerkuil), roofvogels, vos, huiskat en marterachtigen als wezel en hermelijn.
Huisspitsmuis - Crocidura russula
De huisspitsmuis is een insectenetend zoogdier in de familie van spitsmuizen. Hij komt geregeld bij menselijke nederzettingen voor, waar ze meehelpen met het bestrijden van ongedierte. De huisspitsmuis komt vooral 's nachts tevoorschijn, maar is de gehele dag actief. Hij jaagt op ongewervelde dieren als insecten, larven, pissebedden, slakken, wormen, maar ook gewervelde dieren als hagedissen, jonge muizen en aas. De belangrijkste vijanden van de huisspitsmuis zijn de uil en de kat. De huisspitsmuizen geven de voorkeur aan droog grasland, bosranden, maar ook tuinen en heggen. De soort dringt regelmatig huizen, boerderijen, schuren en stallen binnen.
Spitsmuis spec.
De spitsmuizen (Soricidae) vormen een grote familie van zoogdieren uit de orde der insecteneters (Eulipotyphla). Ze leven relatief kort, maximaal 2,5 jaar. Het zijn kleine, muisachtige dieren met een spitse snuit en korte poten. De ogen zijn klein, maar daarentegen zijn het gehoor en reukvermogen goed ontwikkeld. Het grootste deel van de soorten leeft alleen en is zowel 's nachts als overdag actief. Ze zijn carnivoor en eten daarnaast plantaardig voedsel.
Steenmarter - Martes foina
De steenmarter is wel al op bezoek geweest in de tuin, maar foto's van het beestje ontbreken nog. De steenmarter heeft wel al sporen achtergelaten. Kapotgebeten kabels in de auto, een kippenei onder de motorkap van de auto, een kippenei in een merelnest op 2 m hoogte (zoals op de foto te zien is).
Vos - Vulpes vulpes
De vos (ook wel gewone of rode vos genoemd) is een lid van de hondachtigen. De vos is een van de grootste roofdieren die nog vrij in de Benelux voorkomen. Vossen jagen solitair, meestal 's nachts en in de schemering, maar in onverstoorde gebieden jaagt hij liever overdag. De vos is een opportunist: hij eet bijna alles. Hij kan hard rennen, tot zestig kilometer per uur, alhoewel zes tot dertien kilometer per uur de normale snelheid is. Zijn prooien zijn meestal kleine en middelgrote prooidieren, zoals grote kevers, muizen en andere knaagdieren, konijnen, hazen, vogels en eieren, regenwormen en egels. Ook vruchten en bessen (vooral bramen) worden gegeten, evenals aas, placenta's en afval. In het wild wordt de vos zo'n tien jaar oud. De meeste vossen worden echter niet ouder dan 3 jaar. De vos zelf staat nog niet op de foto, maar hij is wel in de tuin geweest ; getuige daarvan de resten van een van onze kippen, en de haren aan het prikkeldraad van de omheining.