fotoalbum
Aangebrande valkmot - Evergestis extimalis
De aangebrande valkmot is een vlinder uit de familie grasmotten. De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 27 en 31 millimeter. De soort overwintert als rups. Waardplanten : de aangebrande valkmot heeft soorten uit de kruisbloemenfamilie als waardplanten. De rupsen eten van de zaadknoppen..
Anjerbladroller - Cacoecimorpha pronubana
De anjermot of anjerbladroller is een nachtvlinder uit de familie van de bladrollers, de Tortricidae. De volwassen vlinder heeft een spanwijdte van 18 tot 22 mm voor het vrouwtje en 15 tot 17 mm voor het mannetje. De anjermot is bijzonder polyfaag op loofbomen, struiken en kruidachtige planten. De rups overwintert. De anjermot is in België een niet zo algemene soort.
Auroramot - Tinea semifulvella
Komt voornamelijk voor in bosachtige gebieden. De adult vliegt van mei tot in september, vooral 's nachts. De larve leeft van detritus (dierlijk materiaal) in vogelnesten maar is ook in de wol aangetroffen van een dood schaap. De larve vormt mogelijk een koker van nestmateriaal.
Bandpalpmot - Syncopacma larseniella
De bandpalpmot is een vlinder uit de familie tastermotten (Gelechiidae). Moerasrolklaver en zeer zelden ook andere soorten verwante klavers waaronder gewone rolklaver
Basterdwederikpeulmot - Mompha subbistrigella
De basterwederikpeulmot is een vlinder uit de familie wilgenroosjesmotten (Momphidae). Een verspreid voorkomende soort die plaatselijk algemeen kan zijn. Voorkomen zowel in droge als natte terreinen, slootkanten, ruderale terreinen en tuinen. De vlinder vliegt in een lange generatie, overwintert en kan in alle maanden van het jaar worden waargenomen. Waardplanten : moerasbasterdwederik, bergbasterdwederik , kantige basterdwederik en viltige basterdwederik.
Berkenbladsnijdermot - Incurvaria pectinea
De berkenbladsnijdermot, vroeger bladsnijdermot genoemd, is een nachtvlinder uit de familie van de witvlekmotten. De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 12 en 16 millimeter. De soort maakt specifieke gaten in berkenbladeren. De soort overwintert als volgroeide rups.
Berkenpedaalmot - Argyresthia goedartella
De berkenpedaalmot is een vlinder uit de familie van de pedaalmotten (Argyresthiidae). De spanwijdte van de vlinder bedraagt 10 tot 13 millimeter. De soort overwintert als rups. De waardplanten van de berkenpedaalmot zijn berk, els en zwarte els. De berkenpedaalmot is een algemene soort, die verspreid over het hele gebied kan worden gezien.
Berkenvouwmot - Phyllonorycter ulmifoliella
Mineervlieg, vooral op berk.
Bladroller onbekend
Nog geen determinatie mogelijk
Bladwesp onbekend - Periclista spec.
Meer info ontbreekt.
Blauwooggrasmot - Agriphila straminella
De blauwooggrasmot is een vlinder uit de familie grasmotten (Crambidae). Vaak vliegen de vlinders op als er door het gras gelopen wordt om even verderop weer neer te strijken. De spanwijdte van deze grasmot is 16 tot 20 millimeter. De rupsen voeden zich vooral met schapengras, zoals ruig schapengras en veldbeemdgras, maar komen ook op gewone tarwe voor.
Bleke langsprietmot - Nematopogon swammerdamella
De bleke langsprietmot een nachtvlinder uit de familie Adelidae, de langsprietmotten. De spanwijdte bedraagt tussen de 18 en 21 millimeter. De soort overwintert tweemaal als rups. De rups van de bleke langsprietmot leeft van verdord en rottend blad, maar ook van vers blad van allerlei bomen. De soort kent één generatie
Bonte brandnetelmot - Anania hortulata
De brandnetelmot of bonte brandnetelroller is een dagactieve vlinder uit de familie grasmotten (Crambidae). Spanwijdte van 24 tot 28 millimeter. De waardplant voor de vlinder is voornamelijk de brandnetel. Ook andoorn en munt worden door de rupsen gebruikt als voedsel. De rupsen zijn te vinden in dichtgesponnen bladeren van de waardplant, zoals te zien op de foto's..
Bonte fruitbladroller - Eudemis profundana
De vlinders komen af op licht. De rups leeft in spinsels van samengesponnen bladeren of jonge scheuten van een reeks fruitbomen. Vooral in het voorjaar leven de jonge rupsen eerst soms even in de knoppen en zodra de bladeren tot ontwikkeling komen zullen zij overgaan op de bladeren. Verpopping in het spinsel of soms op de grond tussen afgevallen bladeren. Waardplanten appel en eik.
Brandnetelbladroller - Syricoris lacunana
De brandnetelbladroller, is een nachtvlinder uit de familie Tortricidae, de bladrollers. De spanwijdte van de vlinder bedraagt 16 tot 18 millimeter. De soort overwintert als rups. Een zeer polyfage soort die gevonden kan worden op een reeks loof- en naaldbomen (beuk, berk , lijsterbes ,wilg, Larix en spar en ook veel kruiden en struiken, veel te vinden op brandnetel, munt en spirea. Algemene soort. Gedurende de winter in samengesponnen resten van de plant.
Brandnetelmot - Anthophila fabriciana
De brandnetelmot of bonte brandnetelroller is een dagactieve vlinder uit de familie grasmotten (Crambidae). Grootte van 24 tot 28 millimeter. Waardplanten : een groot aantal lage planten, vooral op soorten brandnetel en dan vooral grote brandnetel. Ook gevonden op braam en framboos. Zelden ook op andere planten.
Bruine haakbladroller - Ancylis tineana
De bruine haakbladroller (Ancylis tineana) is een vlinder uit de familie bladrollers (Tortricidae). De soort is zeldzaam volgens waarnemingen.be;
Bruine huismot - Hofmannophila pseudospretella
De bruine huismot of zadenmot is een vlinder uit de familie van de sikkelmotten (Oecophoridae). Grootte 15 tot 26 mm. Deze soort kan een plaaginsect zijn, doordat de rups van eigenlijk alle plantaardig en dierlijk materiaal kan leven, zoals dode insecten, substraat in bijvoorbeeld vogelnesten, uitwerpselen, wol, leer, papier en dergelijke. De bruine huismot is een algemene soort.
Bruine molmboorder - Harpella forficella
De bruine molmboorder is een nachtvlinder uit de familie van de sikkelmotten (Oecophoridae). Grootte 20 tot 28 mm. De rups van de bruine molmboorder is tweejarig en leeft van dood hout van allerlei bomen en van de kogelhoutskoolzwam. De soort overwintert als rups. Algemene soort op de zandgronden.
Donkere eikenkokermot - Coleophora flavipennella
De vlinders hebben een spanwijdte van 10-13 mm. Kokermot verwijst naar de levenswijze van de rups. Waardplanten zijn verschillende soorten eik .
Doornspinnertje - Scythropia crataegella
De spanwijdte van de vlinder bedraagt 11 tot 15 millimeter. Het vlindertje komt verspreid over Europa voor. De soort overwintert als rups. De rups ontwikkelt spinsels, meestal op doornstruiken; zoals meidoorn en dwergmispel.
Dotterbloemoermot of vrouwtje vroege oermot - Micropterix calthella of Micropterix aruncella
Niet verder te determineren.
Dwergsikkelmot - Borkhausenia fuscescens
De dwergsikkelmot is een vlinder uit de familie sikkelmotten (Oecophoridae). Deze komt voor op plaatsen met bosbouw, akkers en stedelijk gebied. De rups leeft in kleine samengesponnen kokers bestaande uit vastgesponnen bladdelen en uitwerpselen. Waardplanten : op rottende delen van hout, afgevallen blad, vogelnesten en eik , klimop, hulst en cypres
Eikentopspinselmot - Acrobasis consociella
De eikentopspinselmot is een nachtvlinder uit de familie Pyralidae, de snuitmotten. De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 19 en 22 millimeter. De soort overwintert als rups. De eikentopspinselmot heeft eik als waardplant. De rups leeft in een aantal samengebonden bladeren.
Elfenbankjesmot - Morophaga choragella
De elfenbankjesmot (Morophaga choragella, synoniem M. boleti), is een nachtvlinder uit de familie Tineidae, de echte motten. De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 18 en 32 millimeter. De rups van de elfenbankjesmot leeft van paddenstoelen, met name berkenzwam en platte tonderzwam, en ook dood hout. In de paddenstoel of het dode hout vindt de verpopping plaats.
Elzenoogbladroller - Epinotia immundana
De elzenoogbladroller is een nachtvlinder uit de familie van de bladrollers, grootte tussen de 12 en 14 millimeter. Waardplanten zijn zwarte els, berk en roos.
Esperiamot - Esperia sulphurella
De esperiamot (Esperia sulphurella) is een dagactieve nachtvlinder uit de familie sikkelmotten (Oecophoridae). De spanwijdte bedraagt tussen de 12 en 16 millimeter. De vliegtijd is mei en juni. De rupsen leven van dood hout en overwinteren, hoewel verpopping al in januari kan plaatsvinden. De vlinder is in Nederland voor het eerst aangetroffen in 1971 in Melissant.
Fruitmot - Cydia pomonella
De fruitmot ,ook wel appelbladroller, is een vlinder uit de familie bladrollers. De soort overwintert als rups.
Geelbandlangsprietmot - Nemophora degeerella
De geelbandlangsprietmot is een vlinder uit de familie langsprietmotten (Adelidae). Spanwijdte tussen de 16 en 23 millimeter. De mannetjes van de geelbandlangsprietmot hebben opvallend lange voelsprieten die bijna viermaal zo lang zijn als de voorvleugels terwijl de vrouwtjes veel kortere sprieten hebben. De verschillen zijn duidelijk te zien op de foto's. De vlinder komt voor in nat bosrijk gebied. De rups leeft op bladresten van berken. De volwassen vlinder heeft de adderwortel, gewone margriet en de brandnetel als voedselplant.
Gegolfde lichtmot - Anania crocealis
De gegolfde lichtmot is een nachtvlinder uit de familie grasmotten (Crambidae). Spanwijdte tussen 22 en 25 millimeter. De soort overwintert als rups. De gegolfde lichtmot heeft heelblaadjes, donderkruid en wilgalant als waardplanten. In België een vrij gewone soort.
Gehakkelde bladroller - Acleris emargana
De gehakkelde bladroller is een vlinder uit de familie bladrollers (Tortricidae). Spanwijdte tussen de 16 en 25 millimeter. De gehakkelde bladroller gebruikt vooral wilg als waardplant, maar ook berk, els, hazelaar en populier. De gehakkelde bladroller is een vrij algemene soort. De soort kent één generatie.
Geishamotje - Olethreutes arcuella
De geisha of het geishamotje is een nachtvlinder uit de familie Tortricidae, de bladrollers, met opvallende tekening. Spanwijdte tussen de 14 en 18 millimeter. De soort overwintert als rups. De rups van leeft van dood en verdord blad. Olethreutes arcuella is in België een wijdverbreide maar niet zo algemene soort.
Gele spitskopmot - Ypsolopha sylvella
Vrij algemeen, voorkeur voor de zandgronden in het binnenland of langs de kust waar de waardboom eik te vinden is.
Gentiaanvedermot - Stenoptilia pneumonanthes
Tamelijk lokale soort die verspreid voorkomt op de binnenlandse zandgronden. Vooral op natte heideterreinen waar de waardplant klokjesgentiaan groeit. Ingegeven op waarnemingen.be, maar (nog) niet gevalideerd.
Gespikkeld kroeskopje - Nemapogon granella
Het gespikkeld kroeskopje is een nachtvlinder uit de familie Tineidae, de echte motten. De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 10 en 15 millimeter. De rups van het gespikkeld kroeskopje leeft van paddenstoelen en van plantaardige resten. Bekend is dat er een plaag kan ontstaan in de opslag van graan en (gedroogde) groenten, de rupsen zijn ook gevonden in rot hout en in kurken van wijn- en champagneflessen.
Gevlekte langsprietmot - Nematopogon adansoniella
De gevlekte langsprietmot (Nematopogon adansoniella) is een nachtvlinder uit de familie Adelidae, de langsprietmotten. De spanwijdte bedraagt tussen de 17 en 19 millimeter.
Gewone coronamot - Anania coronata
De gewone coronamot is een vlinder uit de familie grasmotten (Crambidae). De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 23 en 26 millimeter. De imago kan makkelijk verward worden met Anania stachydalis. De soort overwintert als rups. De gewone coronamot heeft vlier, haagwinde, zonnebloem, liguster, sneeuwbal en sering als waardplanten.
Gewone eikenvlekmot - Tischeria ekebladella
Kan op vrijwel elke eik aangetroffen worden. De adulten vliegen in de zomer, de mijnen zijn vanaf halverwege de zomer tot in de herfst te vinden. De rupsen maken vrij grote melkwitte oppervlakte-blaasmijnen die goed te herkennen zijn.
Gewone grasmot - Chrysoteuchia culmella
De gewone grasmot is een vlinder uit de familie grasmotten (Crambidae). Spanwijdte tussen de 18 en 24 millimeter. Door de breide verspreiding wordt de soort overal waargenomen, soms erg talrijk aanwezig. Ook in de duinen en in de stedelijke gebieden. Rups voedend in stengels van verschillende grassen, zonder daar veel opvallende spinsels bij na te laten. De rups overwintert in een cocon. Vele verschillende soorten grassen.
Gewone spiegelmot - Cydia splendana
De gewone spiegelmot is een nachtvlinder uit de familie van de bladrollers, de Tortricidae. De soort wordt ook wel okkernootmot genoemd. Spanwijdte van de vlinder tussen de 12 en 16 millimeter. De soort overwintert als rups. De gewone spiegelmot heeft eik en tamme kastanje, en wellicht ook walnoot, als waardplanten. De rupsen leven in de vruchten.
Gewone wilgmineermot - Stigmella salicis
Zeer algemene soort waarvan de rupsen op harige wilgen te vinden zijn. De vlinders hebben een spanwijdte van 4,8-6,6 mm. S. salicis niet een enkele soort is maar bestaat uit een soortscomplex van waarschijnlijk maar liefst zes soorten. De naam is gebaseerd op de levenswijze van de rups, zij mineert (=mineermot). Boswilg, van Salix caprea, de voornaamste wilgensoort waar de mijnen op worden gevonden.
Gewone witvlakbladroller - Hedya nubiferana
De gewone witvlakbladroller, vroeger wel groene knopbladroller genoemd, is een nachtvlinder uit de familie Tortricidae, de bladrollers. Spanwijdte van de vlinder tussen 15 en 21 millimeter. De gewone witvlakbladroller heeft meidoorn en sleedoorn, maar ook vele andere bomen, als waardplanten.
Gewone witvlekmot - Incurvaria masculella
De gewone witvlekmot is een nachtvlinder uit de familie Incurvariidae. Spanwijdte van de vlinder tussen 12 en 16 millimeter. De soort overwintert als volgroeide rups. De gewone witvlekmot heeft eik, tamme kastanje, hazelaar, linde, haagbeuk, roos, bosbes en meidoorn als waardplanten. De jonge rups mineert, de oudere rups laat zich op de grond vallen en eet van dood blad. De soort kent één generatie.
Gewone zakdrager - Psyche casta
De gewone zakdrager is een nachtvlinder uit de familie Psychidae, de zakdragers. Spanwijdte van de mannetjes van 12 tot 15 millimeter. De vrouwtjes hebben geen vleugels. Waardplanten komen onder meer uit de grassenfamilie, berk, wilg, populier en bosbes. De rupsen maken net als al de andere zakdragers, van grassprietjes en kleine takjes een omhulsel waar ze door beschermd worden. Speciaal aan de soort - zie de foto's - is het feit dat de jongen groeien op het omhulsel van het vrouwtje zakdrager, die zelfs opgegeten wordt door de jonge zakdragertjes.
Gewone/Bonte kaartmot - Agonopterix heracliana / ciliella
Een microvlinder van de bladrollers. Geen verdere informatie beschikbaar.
Gezoomde valkmot - Evergestis limbata
De gezoomde valkmot is een vlinder uit de familie grasmotten (Crambidae). Grootte van 20 tot 23 millimeter. De gezoomde valkmot heeft soorten uit de kruisbloemenfamilie, met name look-zonder-look en gewone raket, als waardplanten. De gezoomde valkmot is in België een schaarse soort. De soort kent één generatie.
Gloriemot - Chrysoesthia drurella
De gloriemot is een nachtvlinder uit de familie Gelechiidae, de tastermotten. Grootte van 7 tot 9 millimeter. De waardplanten van de rups zijn Ganzenvoet en Melde. De gloriemot komt voornamelijk voor in de buurt van landbouwgronden. De vlinder vliegt in twee generaties per jaar.
Goudbandmineermot - Nepticulidae wrs Stigmella spec
Ook Braammineermot. Stigmella is een soortenrijk geslacht van dwergmineermotten (Nepticulidae). Het is een geslacht van kleine motten en omvat sommige van de kleinste bekende vlindersoorten, met een vleugelspanwijdte van minder dan een centimeter. De vermoedelijk kleinste mot ter wereld behoort wellicht ook tot dit geslacht. Ze heeft een spanwijdte van 2 tot 2,5 mm. De larven van de meeste soorten maken gangen in de bladeren van welbepaalde struiken of loofbomen.
Granietmot spec.
Een vlinder uit de familie grasmotten (Crambidae). Niet verder determineerbaar.
Grasmot onbekend
De grasmotten (Crambidae) zijn een familie van vlinders in de superfamilie Pyraloidea. De vlinders zijn zeer variabel in uiterlijk. De onderfamilie Crambinae, de eigenlijke grasmotten, nemen een smalle, dichtopeengevouwen houding aan op grasstengels waardoor ze erg onopvallend zijn. De rupsen zijn typisch stengelboorders in de grassenfamilie. Omdat deze familie veel belangrijke voedingsgewassen aantast, worden sommige grasmotten als schadelijk beschouwd. Deze grasmot is niet verder determineerbaar.
Grijze kruidenmot - Udea prunalis
De vlinder heeft een spanwijdte van 18-27 mm. Zoals de naam het aangeeft zijn diverse kruidachtige planten het voedsel van de rups. De rups overwintert.
Groene eikenbladroller - Tortrix viridana
De (groene) eikenbladroller is een lichtgroene microvlinder met spits toelopende voorvleugels. De vrouwtjes hebben een spanwijdte van soms net boven de twee centimeter. De mannetjes zijn wat kleiner dan de vrouwtjes. De imagines kunnen makkelijk verward worden met de kleine groenuil, maar die heeft onder andere een bredere lichtgekleurde rand langs de voorkant van de voorvleugel.
Grote appelbladroller - Archips podana
Bladrollerttje met een spanwijdte tussen de 18 en 26 millimeter. Veel verschillende fruitbomen (appel, peer, kers en pruim) worden als waardplant gebruikt. Schadelijk voor de fruitteelt.
Grote meelmot - Pyralis farinalis
De grote meelmot is een nachtvlinder uit de familie van de snuitmotten. De soort wordt ook wel meelmot (maar die naam wordt ook voor andere vlinders wel gebruikt) of meellichtmot genoemd. De rupsen leven van opgeslagen graan (producten) en kunnen als een plaag worden ervaren. In de rustpositie steekt de vlinder het achterlichaam vaak recht omhoog.
Grote parelmot - Glyphipterix thrasonella
De grote parelmot is een nachtvlinder uit de familie parelmotten, de Glyphipterigidae. Grootte tussen de 10 en 15 millimeter. De grote parelmot heeft rus (Juncus) als waardplant. De grote parelmot is een niet zo gewone soort soort. De soort kent één generatie.
Guldenroedelichtmot - Anania terrealis
De guldenroedelichtmot is een vlinder uit de familie grasmotten (Crambidae). Grootte tussen de 24 en 28 millimeter. De soort overwintert als volgroeide rups. De guldenroedelichtmot heeft echte guldenroede en aster als waardplanten. De guldenroedelichtmot is een zeer zeldzame soort. De soort kent één generatie.
Hazelaarblaasmot - Phyllonorycter coryli
De hazelaarblaasmot (Phyllonorycter coryli) is een vlinder uit de familie mineermotten (Gracillariidae). Grootte 7-9 mm. Waardplanten : hazelaar.
Hazelaarbladroller Pandemis corylana
Uit de familie van de bladrollers. Meer info ontbreekt.
Hazelaarvouwmot - Phyllonorycter nicellii
De hazelaarvouwmot (Phyllonorycter nicellii) is een nachtvlinder uit de familie Gracillariidae, de mineermotten. De pop op bijgaande foto's is niet van een hazelaarvouwmot, maar van een parasiet op die mot.
Hertshooibladroller - Lathronympha strigana
De hertshooibladroller is een vlinder uit de familie bladrollers (Tortricidae). Grootte 13-17 mm. Waardplanten : Sint-janskruid en ruig hertshooi .
Hertshooilangsprietmot - Adela violella
De hertshooilangsprietmot is een vlinder uit de familie van de langsprietmotten (Adelidae). De spanwijdte van de vlinder is 11 millimeter. De soort gebruikt sint-janskruid als waardplant. De vlinder is vrij zeldzaam.
Hommelnestmot of koloniemot - Aphomia sociella
De hommelnestmot of koloniemot (voorheen vaak hommelmot genoemd) is een nachtvlinder uit de familie Pyralidae, de snuitmotten. De vlinder heeft een spanwijdte van 18 tot 44 millimeter. Bij de imago is sprake van seksuele dimorfie, de mannetjes hebben een roomwitte vleugelbasis van de voorvleugel, terwijl de voorvleugel van de vrouwtjes een geheel bruingroene basiskleur heeft. De larven van de hommelnestmot leven in nesten van hommels en in mindere mate bijen en wespen en doen zich daar te goed aan de was. Omdat vaak grote aantallen in een nest zitten kunnen ze zonder moeite alle was opeten.
Hoornzakdrager - Luffia ferchaultella
Luffia ferchaultella is een vlinder uit de familie zakjesdragers (Psychidae). Eitjes worden in juni-juli afgezet in de zak waarna de rupsen zich voeden met het aanwezige voedsel in de directe omgeving. De zak (5-7 mm, 2-3 breed) kan uit verschillende materialen bestaan, vooral uit boomalgen en zandkorrels. De zakvorm is kenmerkend, deze is van breed naar smal, als een soort kromme hoorn. In het achterste deel van de zak zit een kleine opening waar de uitwerpselen de zak verlaten. De rupsen stellen weinig eisen wat betreft voedselkeuze. De meeste rupsen worden aangetroffen op belangde loofbomen (eik, beuk, linde) bij bosranden, parken, duinen, langs wegen en bij spoorwegen. Waardplanten : algen en plantaardige materialen, waaronder korstmossen.
Hopprachtmot - Cosmopterix zieglerella
Het ei wordt gelegd op of dicht tegen de hoofdnerf of een andere zware nerf. De jonge rups is groen met een donkerbruine kop. De volwassen rups is bleek vleeskleurig heeft een roodachtige lengtelijn op de rug en ook één aan de elke zijkant. De geelwitte mijn start altijd aan de hoofdnerf of een andere zware nerf. Van daar uit vertrekken verschillende uitlopers in het blad. De rups heeft ondertussen een zijden buisje gesponnen net naast een zware nerf om daar onder te kruipen bij gevaar of om te rusten. Rupsen kunnen verschillende mijnen maken. De waardplant is (uiteraard) hop. Nu nog het motje proberen te vinden (vliegt van einde mei tot juli).
Hulstvlieg - Phytomyza ilicis
De hulstvlieg is een vliegensoort uit de familie van de mineervliegen (Agromyzidae). De hulstvlieg mineert op de bladeren die dat jaar uit de knoppen van hulst spruiten. De eieren worden aan het begin van de zomer in juni gelegd. Rond deze tijd vliegt de hulstvlieg ook. De hulstvlieg kent vele natuurlijke vijanden, waaronder sluipwespen, die zijn populatie onder de duim houden. Ook mezen lusten wel een hapje hulstvlieglarven.
Indische meelmot - Plodia interpunctella
De Indische meelmot is een zogenaamde voorraadmot. Een mot is vooral 's nachts actief en vliegt vooral rondom lichtbronnen. Anders dan de (larve van de) klerenmot doet de voorraadmot zich niet te goed aan textiel maar aan granen, diervoer en zelfs cacao. De larve spint een soort rag in deze vezelrijke producten. De larve groeit uit tot een rups van zo'n 12 millimeter en spint dan een zijden cocon waar ze zich kan verpoppen. De Indische meelmot is ongeveer 1 centimeter groot en heeft, als hij stilzit en zijn vleugels tegen zijn lijf aan heeft, een rood bruin uiterlijk met achter zijn kopje een crèmewitte band.
Italiaans zandkroeskopje - Infurcitinea teriolella
Kroeskopje verwijst naar de kopbeharing, die ten eerste prominent aanwezig is en vooral boven de ogen nogal krult (kroes). Italiaans verwijst naar het voornaamste leefgebied van de soort. Waardplanten of voedsel : In 2015 werden rupsenspinsels en talrijke exemplaren (hetzij vlinders) gevonden op klimop, hier werden ook de rupsenspinsels op gevonden. Ook in de Schansstraat werden de motjes gevonden op klimop. Volgens waarnemingen.be zeer zeldzaam.
Italiaanse kaneelsikkelmot - Metalampra italica
De Italiaanse kaneelsikkelmot is een vlinder uit de familie sikkelmotten (Oecophoridae). De soort kan makkelijk verward worden met de kaneelsikkelmot (M. cinnamomea). De soort komt voor in België, waar de soort een opmars heeft gemaakt. Twee generaties: rupsen in in de winter. Waardplanten : beukenstronk ?
Japanse hulstvlieg - Phytomyza jucunda
De Japanse hulstvlieg is tot nu de enige mineerder in Japanse hulst. De hulstvlieg maakt een blaasmijn, een brede vlek in het blad, vaak met een roze of paars centrum. De Japanse hulstvlieg maakt een gangetje dat vaak de bladrand volgt, met een fijn lijntje frass (uitwerpselen), waarbij de korrels dicht tegen elkaar aan liggen.
Kameleonbladroller - Acleris hastiana
De soort is extreem variabel. Waardplanten of voedsel zijn loofbomen als wilg, populier en sporkehout.
Kaneelsikkelmot - Metalampra cinnamomea
Deze soort gelijkt op nieuwkomer Italiaanse kaneelsikkelmot (Metalampra italica) maar is te onderscheiden door de grauwere bruinachtig/donkerrode voorvleugels met vaak bredere blekere contrasterende banden en een meer ontwikkelde tornusvlek. Is een soort die gebonden blijkt te zijn aan zandgronden en duinen.
Kardinaalsmutsstippelmot - Yponomeuta cagnagella
In het voorjaar vreten de jonge rupsen zich een weg in de jonge knoppen, en spinnen later de loten bijeen. Daar de rupsen in grote getale aanwezig kunnen zijn en solidair leven worden soms grote spinsels vervaardigd. In juni-juli verpoppen de rupsen in het spinsel. Als waardplant hebben zij uiteraard de kardinaalsmuts.
Katjessmalvleugelmot - Batrachedra praeangusta
De katjessmalvleugelmot is een vlinder uit de familie smalvleugelmotten (Batrachedridae). Spanwijdte tussen 12 en 14 millimeter. De katjessmalvleugelmot heeft witte abeel, ratelpopulier en wilg als waardplanten. De rups leeft in de vrouwelijke katjes van de waardplant en later in de knoppen. De soort is in België vrij zeldzaam en komt vooral voor in bossen.
Kersenbladroller - Pandemis cerasana
De kersenbladroller is een nachtvlinder uit de familie Tortricidae, de bladrollers. De vlinder heeft een spanwijdte tussen de 16 en 25 millimeter. Ze vliegen van juni tot augustus, voornamelijk van de schemering tot de nacht. Deze soort heeft twee generaties per jaar, waarbij de larve van de tweede generatie de wintervorm is. De larven zijn polyfaag en voeden zich met verschillende bladverliezende bomen en struiken (Abies, Alnus, Acer, Betula, Crataegus, Fraxinus, Quercus) inclusief fruitbomen (vooral appel- en perenbomen , hazelnoot ( Corylus ), bes ( ribben ), braam en framboos ( Rubus ) en kers en pruim
Kersenpedaalmot - Argyresthia pruniella
De kersenpedaalmot, vroeger kersenbloesemmot, is een vlinder uit de familie van de pedaalmotten (Argyresthiidae). Spanwijdte 10 tot 12 millimeter. De waardplant van de kersenpedaalmot is kers, ook gekweekte soorten.
Kleine stipbladroller - Metendothenia atropunctana
Een vrij algemene soort. In de nabijheid van struwelen, ook binnen de bebouwde kom, soms zelfs talrijk. De soort kent één duidelijke losstaande middenstip. Waardplanten : berk, els, wilg, linde, beuk, meidoorn en wilde gagel.
Klimopbladroller - Clepsis dumicolana
Uit de familie van de bladrollers. Zeldzaam volgens waarnemingen.be;
kokermot onbekend - familie Coleophoridae
pop van een kokermot (gevonden op hazelnoot).
kokermot onbekend - familie Coleophoridae
Gevonden op berk.
Koolmotje - Plutella xylostella
De koolmot of het koolmotje is een trekvlinder afkomstig uit Zuid-Europa, die behoort tot de familie Plutellidae. Spanwijdte 15 mm. De larven mineren. De koolmot is polyfaag, waardplanten komen uit de kruisbloemenfamilie en de tropaeolaceae. Zij omvatten kool, veldkers, kruidkers, zeeraket, muurbloem en herik. De vlinder kan ver trekken, meer dan 3000 kilometer, en op hoogtes boven de 100 meter vliegen.
Kristalbladroller - Celypha siderana
De term kristal verwijst naar de kleine zilveren schubben, of kristallen. Bladroller is afgeleid van de familienaam bladrollers, ook al leeft deze soort niet expliciet als bladroller. Waardplanten of voedsel : Spirea, geitenbaard. Volgens waarnemingen.be is de soort zeer zeldzaam.
Lichte coronamot of misschien parelmoermot - Anania lancealis
De parelmoermot, netelmot of gewone brandnetelmot is een vlinder uit de familie van de grasmotten (Crambidae). Spanwijdte 26 tot 40 mm. Door het formaat wordt de imago soms aangezien voor een spanner. De rupsen van de parelmoermot leven vooral van grote brandnetel. Zij overwinteren. De rupsen leven in naar beneden toe rondgevouwen bladeren van de waardplant die met witte draden worden samengesponnen. De parelmoermot vliegt in twee generaties.
Lichte granietmot - Eudonia lacustrata
De lichte granietmot is een nachtvlinder uit de familie Crambidae, de grasmotten. De vlinder heeft een spanwijdte van 16 tot 18 millimeter en is vrij algemeen. De rupsen leven van mossen op bijvoorbeeld stenen en boomstronken.
Loofboombladroller - Gypsonoma dealbana
De loofboombladroller (Gypsonoma dealbana) is een vlinder uit de familie bladrollers. Waardplanten Eik, wilg, meidoorn, els, berk, populier en hazelaar.
Maanmot - Pammene regiana
Een algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen. De naam is afgeleid van de grote gele sikkel op de vleugel. Waardplanten of voedsel : verschillende soorten Acer, waaronder noorse esdoorn, gewone esdoorn en spaanse aak.
Microvlinders onbekend
Hier kan je een groot aantal microvlinders vinden, die nog niet gedetermineerd zijn. Hulp is welkom.
Molmboorder (sikkelmot) - Oecophora bractella
De molmboorder is een nachtvlinder uit de familie van de sikkelmotten (Oecophoridae). Spanwijdte tussen 12 en 16 millimeter. De rups van de molmboorder leeft van dood hout. De soort kent één jaarlijkse generatie.
Morgenroodbladroller - Pammene aurita
Een vrij algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen. Verwezen wordt naar de kleur, oranje, morgenrood. Bladroller is afgeleid van de familienaam bladrollers, ook al leeft deze soort niet expliciet als bladroller. Waardplanten of voedsel : Esdoorn
Muntvlindertje - Pyrausta aurata
Het muntvlindertje s een dagactieve vlinder uit de familie grasmotten (Crambidae). Spanwijdte van 10 tot 15 millimeter. De waardplant is zoals de naam al doet vermoeden munt. Het muntvlindertje vliegt in twee overlappende generaties per jaar. De rups is donkergroen met zwarte vlekken en leeft op wild kattenkruid en andere geurige lipbloemigen zoals citroenmelisse. De rupsen uit de tweede generatie overwinteren.
Nazomergranietmot - Eudonia truncicolella
De vlinders hebben een spanwijdte van 25-33 mm. De vliegtijd ligt van eind juli tot half september. De vlinders hebben mossen als waardplant.
Oosterse schone - Eratophyes amasiella
De oosterse schone is een vlinder uit de familie sikkelmotten (Oecophoridae). Deze soort is zeldzaam volgens Natuurpunt, maar ik heb in de tuin al 5 exemplaren tegelijkertijd zien rondvliegen. Grootte 12.5-16 mm. Rupsen leven in vermolmd berkenhout.
Oranje boogbladroller - Acleris notana
De oranje boogbladroller (Acleris notana) is een vlinder uit de familie bladrollers (Tortricidae). Grootte 14 tot 18 mm. Loofbossen en struwelen, een voorkeur voor jonge loofbomen op zonnige plaatsen. Waardplanten : loofbomen gegeven in berk, els, beuk, populier... Zou ook op braam voorkomen.
Oranje elzenvouwmot - Phyllonorycter froelichiella
Een van de grotere soorten Phyllonorycter , met een nogal aantrekkelijk 'gestreept' uiterlijk, waarbij elke streep geleidelijk vervaagt van witachtig via kastanje naar zwart. Spanwijdte 9-10 mm. De larven voeden zich met els, en maken een lange mijn tussen twee nerven aan de onderkant van het blad.
Oranje haakbladroller - Ancylis mitterbacheriana
De oranje haakbladroller is een vlinder uit de familie bladrollers (Tortricidae). Grootte 13 tot 17 mm. Waardplanten eik, beuk en appel.
Oranje kamperfoelievouwmot - Phyllonorycter trifasciella
De oranjekamperfoelievouwmot heeft kamperfoelie en in mindere mate sneeuwbes en fazantenbes als waardplanten. De rupsen maken aan de onderkant van het blad een mijn van de middennerf tot de bladrand, die het blad dubbelvouwt. Verpopping vindt plaats in de mijn.
Oranje kruidenmot - Udea ferrugalis
Trekvlindertje. Behoort tot de regelmatig voorkomende migranten, die vrijwel jaarlijks waargenomen worden en onder natuurlijke omstandigheden in ons land niet kunnen overwinteren. Rups komt voor op diverse kruidachtige planten.
Oranje Lichte boogbladroller - Acleris notana ferrugana
Komt voor in loofbossen en struwelen, een voorkeur voor jonge loofbomen op zonnige plaatsen. A. ferrugana en A. notana zijn op basis van foto's niet van elkaar te onderscheiden. Het onderdeel van de naam 'boog' verwijst naar de vorm van de vleugel, bij de meeste soorten uit de genera Acleris nabij de vleugelpunt maanvormig aflopend eindigend. Waardplanten of voedsel berk, els, beuk, populier, als fruitboom peer. Eveneens ook op braam.
Oranje mospalpmot - Bryotropha terrella
De oranje mospalpmot is een nachtvlinder uit de familie van de tastermotten. De oranje mospalpmot heeft volgens sommigen grassen als waardplanten, anderen zeggen dat de rupsen op mossen leven. De imago heeft spanwijdte van 14 tot 16 millimeter. De oranje mospalpmot is een vrij gewone soort. De soort vliegt van mei tot en met augustus.
Oranjebruine grasmot -Pediasia contaminella
De naam verwijst naar de voedselvoorkeur van de soort, in zijn algemeenheid bepaalde soorten grassen. Waardplanten of voedsel zou genaald schapengras zijn.
Parelmoermot - Pleuroptya ruralis
De parelmoermot, netelmot of gewone brandnetelmot is een vlinder uit de familie van de grasmotten (Crambidae). Spanwijdte 26 tot 40 mm. Door het formaat wordt de imago soms aangezien voor een spanner. De rupsen van de parelmoermot leven vooral van grote brandnetel. Zij overwinteren. De rupsen leven in naar beneden toe rondgevouwen bladeren van de waardplant die met witte draden worden samengesponnen. De parelmoermot vliegt in twee generaties.
Pastinaakplatlijfje of Groot platlijfje - Depressaria radiella
Het pastinaakplatlijfje is een vlinder uit de familie grasmineermotten (Elachistidae). Grootte 19-27 mm. Een relatief zeldzame soort die verspreid over het land wordt waargenomen. Waardplanten of voedsel : gewone berkenklauw, pastinaak en groot moerasscherm.
Pinokkiomot - Synaphe punctalis
De pinokkiomot is een nachtvlinder uit de familie Pyralidae, de snuitmotten. De vlinder heeft een spanwijdte van 22 tot 27 millimeter. De rupsen leven verborgen in een teer web tussen mossen. Na de winter verpopt de rups in een zijdeachtige cocon tussen het mos. De vlinders worden 's avonds laat actief en worden aangetrokken door licht.
Polycentropodidae indet
Verzamelsoort, geen verdere informatie bekend.
Prachteikenvouwmot - Phyllonorycter lautella
De prachteikenvouwmot is een vlinder uit de familie mineermotten (Gracillariidae). Grootte 6 tot 8 mm. Waardplant eik.
Prachtmot - Oncocera semirubella
De prachtmot (Oncocera semirubella) is een nachtvlinder uit de familie Pyralidae, de snuitmotten. De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 26 en 30 millimeter. De soort overwintert als rups
Ronde berkenblaasmijnmot - Ectoedemia occultella
De mijn van E. occultella is uniek op berk; het is een blaasmijn met een duidelijke zwarte vlek, waar de larve zich vaak schuil houdt. Waardplanten : Berk, zachte berk en ruwe berk.
Rozenbladmineermot - Stigmella anomalella
Rupsjes van dit, dat een heel klein dwergmotje is, leven in het blad van onze rozen, en eten zich daarin slangvormlge gangen, die aan de uiteinden zakvormig verbreed zijn, en waarin het rupsje zich verpopt. De aangetaste bladeren krijgen daardoor een zeer eigenaardige tekening. Het is, alsof iemand met een bijtende stof die figuurtjes op de bladeren getekend heeft.
Schemerbladroller - Epagoge grotiana
De schemerbladroller is een nachtvlinder uit de familie Tortricidae, de bladrollers. De spanwijdte van de vlinder bedraagt ongeveer 15 millimeter. De soort overwintert als rups. De schemerbladroller heeft eik, meidoorn en braam als waardplanten.
Scherphoekvedermot - Amblyptilia acanthadactyla
De scherphoekvedermot is een nachtvlinder uit de familie vedermotten. De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 17 en 23 millimeter. De soort overwintert als imago. De scherphoekvedermot is polyfaag op lage planten. De scherphoekvedermot is een vrij algemene. De soort kent twee jaarlijkse generaties die vrijwel het gehele jaar kunnen worden waargenomen, al zijn waarnemingen in de winter schaars.
Schuursikkelmot - Borkhausenia minutella
Van deze mot zijn weinig gegevens bekend.
Sergeant-majoortje - Grapholita compositella
Het sergeant-majoortje is een vlinder uit de familie bladrollers (Tortricidae). Grootte 8-10 mm. Waardplanten : gewone klavers, rolklaver en rupsklaver.
Sierlijke zakdrager - Proutia betulina
De sierlijke zakdrager is een vlinder uit de familie zakjesdragers (Psychidae). Grootte 11 - 14 mm. De adulten zijn gevleugeld, vrouwelijke exemplaren met gereduceerde vleugels komen ook voor. De zakjes zijn goed te herkennen. De materialen bestaan voornamelijk uit bladdelen van eik en kleine grasdelen, met aan de basis een soort kleine schubvormige bekleding. Waardplanten of voedsel : algen en plantaardige voedselresten, vooral op eiken maar ook andere loofbomen.
Sigaarzakdrager - Taleporia tubulosa
De sigaarzakdrager is een vlinder uit de familie zakjesdragers (Psychidae). Spanwijdte van de mannetjes tussen de 15 en 19 millimeter. De vrouwtjes hebben geen vleugels. De rupsen leven van korstmossen. De rupsen leven in zelf gemaakte gladde zak van bijvoorbeeld mos of boomschors die meestal aan een boomstam is bevestigd.
Smaragdlangsprietmot - Adela reaumurella
De smaragdlangsprietmot is een dagactieve nachtvlinder uit de familie Adelidae, de langsprietmotten. Spanwijdte tussen de 14 en 18 millimeter. Mannelijke vlinders hebben zeer lange antennes die wit gekleurd zijn en een ruige zwarte haardos op de kop, terwijl vrouwtjes relatief wat kortere antennes hebben met korter, lichter gekleurd haar op de kop. De mannetjes zijn tijdens de vliegperiode in grote groepen dansend te zien. Het dansen gebeurt in de buurt van meestal grote bladeren waar regelmatig in groepsverband op wordt neergestreken. De rupsen leven van bladresten.
Sneeuwwitte of vijfvingerige vedermot - Pterophorus pentadactyla
De sneeuwwitte vedermot, vijfvingerige vedermot of witte vedermot is een nachtvlinder uit de familie Pterophoridae, de vedermotten. Spanwijdte van 24 tot 35 millimeter. De vleugels zijn erg diep ingesneden waardoor het lijkt of de vlinder vleugels heeft bestaande uit vijf veren. Vooral op droge graslanden kan de vlinder worden waargenomen. De waardplant van de rups is winde.
Sparappelboorder onbekend - Dioryctria spec.
De sparappelboorder (Dioryctria abietella) is een nachtvlinder uit de familie Pyralidae, de snuitmotten. De spanwijdte bedraagt tussen de 27 en 33 millimeter. De soort overwintert als rups. De sparappelboorder heeft als waardplanten den, maar ook nobilisspar, douglasspar en andere naaldbomen.
Sparrenoogbladroller - Epinotia tedella
De sparrenoogbladroller, is een nachtvlinder uit de familie Tortricidae, de bladrollers. De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 10 en 13 millimeter. De soort overwintert als rups. De sparrenoogbladroller heeft fijnspar als waardplant. Soms worden ook andere sparren gebruikt. De soort kent één generatie, die vliegt van april tot juli. In warme jaren is er soms een tweede generatie in augustus.
Strooiselmot - Endotricha flammealis
De strooiselmot is een nachtvlinder uit de familie Pyralidae, de snuitmotten. Spanwijdte van 18 tot 23 millimeter. Waardplanten van de strooiselmot zijn onder andere gewone agrimonie, blauwe bosbes en soorten uit de geslachten wilg en eik. De strooiselmot heeft een kenmerkende rusthouding, hoog op de voorpootjes met de punten van de vleugels op de ondergrond.
Triangelmot - Hypsopygia costalis
De triangelmot is een markante purperrode microvlinder. De voelsprieten worden vaak plat over de rug gelegd. De vlinders komen in vrij groten getale voor in tuinen, hagen, grasland met struiken. Ze rusten overdag op planten of balken in de schaduw. De rupsen leven in rieten daken, hooi en vogelnestjes. Ook worden ze gezien in kippenhokken.
Tuinbladroller - Clepsis consimilana
De tuinbladroller is een nachtvlinder uit de familie Tortricidae, de bladrollers. De spanwijdte varieert van 13 tot 19 millimeter. Waardplanten Liguster, sering, kamperfoelie, meidoorn, appel, haagbeuk.
V-oogbladroller - Epinotia tenerana
Het 'oog' in de naam verwijst naar de vleugelpunt, bij deze soorten (Epinotia) bevindt zich vaak een rond (oranje, bruine of zwarte) vlekje - 'oogje' - in de vleugelpuntzone. Waardplanten of voedsel zijn niet opgegeven.
Variabele granietmot - Eudonia mercurella
De variabele granietmot is een vlinder uit de familie grasmotten. De spanwijdte van de variabele granietmot bedraagt tussen de 16 en 19 millimeter. Waardplant : mossen.
Variabele grasmot - Agriphila tristella
De variabele grasmot is een vlinder uit de familie grasmotten (Crambidae). Spanwijdte 22 tot 30 millimeter. De vlinder kan worden herkend aan de lange lichte streep over beide vleugels. De waardplant voor de rupsen van de variabele grasmot zijn verschillende grassoorten zoals beemdgras en smele.
Variabele oogbladroller - Epinotia nisella
De vlindertjes hebben een spanwijdte van 12-18 mm. Het 'oog' in de naam verwijst naar de vleugelpunt, bij deze soorten bevindt zich vaak een rond (oranje, bruine of zwarte) vlekje - 'oogje' - in de vleugelpuntzone. Waardplanten zouden wilg en ratelpopulier zijn.
Vedermot onbekend - familie Pterophoridae
Nog niet gedetermineerde vedermotten. Hulp is welkom.
Vetmot - Aglossa pinguinalis
De vetmot is een nachtvlinder uit de familie Pyralidae, de snuitmotten. Spanwijdte tussen 30 en 40 millimeter. De soort is vooral te vinden in schuren, stallen, hooibergen en dergelijke. Deze foto komt van een vetmot gevonden in het kippenhok. De rups van de vetmot leeft van dood plantaardig materiaal dat aan het vergaan is. Hij overwintert vaak twee jaar. De soort kent één generatie.
Vijgenskeletteermot - Choreutis nemorana
De vijgenskeletteermot is een vlinder uit de familie glittermotten. Oorspronkelijk kwam de mot voor in het Middellandse Zeegebied, maar intussen wordt hij ook waargenomen in de Lage Landen. De soort kan er profiteren van de aanplanting van winterharde vijgenbomen en kan er tot drie generaties per jaar voortbrengen. De mot legt in de lente eitjes op de vijgenboom. De rupsen leven er onder een web, wat de bladeren van de plant wat doet opkrullen. De rupsen eten van de bovenzijde van het blad. Omdat ze de nerven en de onderzijde ongemoeid laten, blijft van het blad een doorzichtig bladskelet over. De Nederlandse naam van het dier verwijst hiernaar. Bij het verpoppen zit de witte cocon meestal aan de onderzijde van een blad. In de winter overleeft de mot als imago.
Vogelkersstippelmot - Yponomeuta evonymella
De vogelkersstippelmot is een vlinder uit de familie van stippelmotten (Yponomeutidae). Spanwijdte tussen 16 en 25 millimeter. De vliegtijd is van juli tot en met augustus. De waardplant van deze vlinder is de vogelkers. Omdat de rupsen een uitgebreid nest van spinsel maken kunnen ze ongestoord hun gang gaan en hele bomen kaalvreten. De rupsen kunnen zich ook goed ontwikkelingen op Amerikaanse vogelkers.
Voorjaarsbladroller - Tortricodes alternella
De vlinders kennen een spanwijdte van 19-23 mm. Begin februari tot eind april, soms al vlinders in begin januari. Een grote bruinachtige soort met zeer lange spitse en smalle vleugels. De rups is te vinden vanaf mei tot half juni op verschillende loofbomen, met een voorkeur voor eik. Hier maken zij een bladvouw die aan één zijde goed is vastgesponnen.
Voorjaarskortvleugelmot - Diurnea fagella
De voorjaarskortvleugelmot is een nachtvlinder uit de familie Chimabachidae. Spanwijdte tussen 19 en 29 millimeter, de wijfjes hebben korte vleugels en kunnen niet vliegen. De soort overwintert als pop. De voorjaarskortvleugelmot heeft allerlei loofbomen zoals berk en vooral eik als waardplanten. De soort kent één generatie. Zij durven nog al eens op licht afkomen.
Voorjaarszakdrager - Bankesia conspurcatella
De voorjaarszakdrager is een nachtvlinder uit de familie Psychidae, de zakjesdragers. Spanwijdte van 11 tot 15 millimeter. De soort is zeldzaam volgens Natuurpunt.
Vroege grasmot - Crambus lathoniellus
De vroege grasmot is een vlinder uit de familie grasmotten (Crambidae). Spanwijdte ongeveer 20 millimeter. Het leefgebied is grasland waar de rupsen in een spinselbuis aan de voet van gras leven.
Vuurmotje - Carcina quercana
De vuurmot is een vlinder uit de familie vuurmotten (Peleopodidae). Spanwijdte tussen 16 en 22 millimeter. Doordat de vlinder de voorvleugels in rust niet dakvormig vouwt, maar vlak met eroverheen de ongewoon lange antennen, is het een atypische vertegenwoordiger van deze familie die wellicht voor een bladroller aangezien kan worden. De vuurmot heeft vooral eik maar ook beuk, tamme kastanje, appel, gewone esdoorn en linde als waardplanten. Komt vooral voor in loofbossen, maar ook in boomgaarden, parken en tuinen.
Waaiermot - Alucita hexadactyla
De waaiermot, het zespennig waaiermotje of de kamperfoeliebloesemmot is een nachtvlinder uit de familie waaiervlinders. De spanwijdte bedraagt tussen de 14 en 16 millimeter. De vlinder is algemeen en kan het hele jaar door worden aangetroffen, de imago overwintert. Waardplant is kamperfoelie. De rups eet van de nog niet geopende kamperfoeliebloesem de meeldraden en stampers. Soms komen ze ook tot het mineren van bladeren.
Waasjesstippelmot - Yponomeuta irrorella
Een vrij zeldzame soort volgens Natuurpunt. De naam : waasjes = voorvleugel met grote donkere vlek of waas. Waardplanten of voedsel zijn Kardinaalsmuts en Wilde kardinaalsmuts
Waterlelievlinder - Elophila nymphaeata
De waterlelievlinder of het waterleliemotje is een vlinder uit de familie grasmotten (Crambidae). Spanwijdte van 22 tot 30 millimeter. De vlinder is voornamelijk te vinden in vijvers en poelen met drijvend fonteinkruid, waterlelie en gele plomp. De eitjes worden onder water afgezet op bladranden. De rupsen maken kokertjes van stukjes blad, die aanvankelijk met water gevuld zijn en later lucht bevatten, als de rupsen overgaan op luchtademhaling. De vlinder is vooral 's nachts actief. Overdag zit hij meestal aan de onderzijde van bladeren.
Weegbreemot - Pyrausta despicata
De weegbreemot is een vlinder uit de familie grasmotten. De spanwijdte bedraagt tussen de 14 en 21 millimeter. De vliegtijd loopt van mei tot half september. Twee generaties per jaar. De rupsen leven op smalle weegbree en grote weegbree. Ze kunnen daar in grote groepen aan de basis van de bladeren in een spinsel leven.
Wilgenlangsprietmot - Adela cuprella
De wilgenlangsprietmot is een nachtvlinder uit de familie van de langsprietmotten (Adelidae). Spanwijdte tussen 14 en 17 millimeter. De vleugels hebben een gouden glans. Het mannetje heeft een flink zwart behaarde kop, het vrouwtje heeft korter en geelbruin haar. De antennes van het vrouwtje zijn korter dan van het mannetje. De wilgenlangsprietmot gebruikt wilg als waardplant. De eitjes worden op de katjes afgezet, maar de rupsen laten zich vrij snel vallen en eten dan van afgevallen blad. Ze verbergen zich dan in een van bladstukjes gemaakt zakje.
Wilgenoogbladroller - Epinotia subocellana
De wilgenoogbladroller is een vlinder uit de familie bladrollers (Tortricidae). Grootte 10 tot 14 mm. Waardplant is wilg.
Windevedermot - Emmelina monodactyla
De windevedermot is een nachtvlinder uit de familie Pterophoridae, de vedermotten. Spanwijdte tussen 18 en 27 millimeter. De soort overwintert als imago. De windevedermot heeft voornamelijk soorten planten uit de windefamilie, met name haagwinde, als waardplanten.
Witkopmot - Endrosis sarcitrella
De witkopmot is een nachtvlinder uit de familie van de sikkelmotten. De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 12 en 20 millimeter. Opvallend is de witte kop met aangrenzend de witte "schouders". De rups van de witkopmot leeft van droog plantaardig materiaal, zoals dood hout, papier, paddenstoelen, dode insecten, inhoud van vogelnesten enz.
Witschouderbladroller - Acleris variegana
De vlinders hebben een spanwijdte van 13-18 mm. Waardplanten zijn onder andere meidoorn, sleedoorn , , peer, roos, Potentilla fructicosa, Poterium, hazelaar, iep, blauwe bosbes, enz.
Witsnuitbladroller - Pandemis cinnamomeana
De witsnuitbladroller is een vlinder uit de familie bladrollers (Tortricidae). De vlinders hebben een spanwijdte van 18-23 mm.
Witte boogbladroller - Acleris logiana
Een vrij algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen. Waardplanten of voedsel : Berk .
Witte dominomot - Oegoconia deauratella
De witte dominomot is een vlinder uit de familie van de dominomotten (Autostichidae). De spanwijdte varieert van 11 tot 15 millimeter.
Witvleugeloogbladroller - Epinotia pygmaeana
Deze bladroller is een naaldmineerder. De jonge rupsen mineren in de naalden van jonge twijgen, weinig spinsel tijdens dit stadia, later wanneer de rups groter is spint ze enkele naalden bijéén om van daaruit verder te leven. Waardplanten zijn fijnspar en gewone zilverspar. Volgens Natuurpunt een zeldzame soort in België.
Wollige kortvleugelmot - Dasystoma salicella
De wollige kortvleugelmot is een nachtvlinder uit de familie kortvleugelmotten (Chimabachidae). Spanwijdte ongeveer 6 tot 10 millimeter bij de wijfjes, die niet kunnen vliegen, en 17 tot 20 millimeter bij de mannetjes. De wollige kortvleugelmot heeft eik, berk, wilg, Rododendron als waardplanten. De wollige kortvleugelmot is in België een zeer zeldzame soort. De soort kent één generatie. Op de foto ook de rups, die zich tussen bladeren van de berk heeft ingesponnen.
Zebramot onbekend - Parornix spec.
Zebramotten zijn mineermotten. De zebramot op de foto is niet verder te determineren.
Zilvermijnmot - Acrocercops brongniardella
De Zilvermijnmot is een micro-nachtvlinder die als jonge rups mineert in de bladeren van o.a. eik. ‘Mineren’ betekent dat ze tussen de verschillende lagen in een blad leven en vreten. De vraatsporen van mineerders zijn in combinatie met de waardplant vaak karakteristiek voor een soort micro-nachtvlinder. De mijn start als een smal spoortje aan de bovenkant van het blad. De mijn volgt in eerste instantie een bladnerf om vervolgens al kronkelend steeds breder te worden. De gangmijn eindigt als blaasmijn. Meestal zitten er meerdere rupsjes in één blad, en vloeien de mijnen uiteindelijk samen. Soms resulteert dat in een vrijwel volledig ‘ondermijnd’ blad, volledig zilverkleurig aan de bovenkant.
Zilverstreepgrasmot - Crambus pascuella
De (gewone) zilverstreepgrasmot is een vlinder uit de familie grasmotten. Spanwijdte tussen 20 en 24 millimeter. De soort overwintert waarschijnlijk als rups. Waardplant : beemdgras.
Zomerbladroller - Ditula angustiorana
De zomerbladroller is een nachtvlinder uit de familie Tortricidae, de bladrollers. De spanwijdte varieert van 12 tot 18 millimeter. Waardplanten zijn verschillende planten en bomen, zoals appel, peer, pruim, klimop, taxus, jeneverbes, buxus, enz.
Zwamboorder - Crassa unitella
De zwamboorder is een nachtvlinder uit de familie Oecophoridae, de sikkelmotten. De spanwijdte varieert van 18 tot 20 millimeter.
Zwammenmot - Triaxomera parasitella
De zwammenmot is een nachtvlinder uit de familie Tineidae, de echte motten. Spanwijdte 16 tot 21 millimeter. De rups van de zwammenmot leeft van paddenstoelen, zoals elfenbankje en mogelijk ook van dood hout. De zwammenmot is België een vrij algemene soort.
Zwaveldominomot - Oegoconia caradjai
Een ongewone soort. Vlinders worden met regelmaat binnenshuis aangetroffen. Vlinders met een donkere vleugel en tamelijk brede gezigzagde banden en een lichte vleugelpunt. De kleur van de banden en de kopbeharing is gemiddeld wat geler dan bij O. deauratella. Vooral de basis van de voorvleugel wordt in veel gevallen gedomineerd door een brede vlek, die veelal onduidelijker is bij O. deauratella. Waardplanten of voedsel : mogelijk dode insectenresten en organisch afval.