fotoalbum
Bergveldwesp - Polistes biglumis
In de struikheide aan de voorzijde van het huis werden in 2020 twee nesten aangetroffen van de bergveldwesp, op een 50 cm van elkaar. Op de foto's zie je de groei van het nest tot 30 dagen, waarna de nesten verlaten werden. Volgens waarnemingen.be is de bergveldwesp zeldzaam.
Bijenwolf - Philanthus triangulum
De bijenwolf is een graafwesp, die niet in een nest woont, maar solitair leeft. De bijenwolf is een grote wesp, mannetjes blijven veel kleiner dan vrouwtjes. De bijenwolf dankt zijn naam aan het feit dat hij bijen vangt. De mannetjes zijn onschuldige bloembezoekers, die dol zijn op guldenroede. Het grotere vrouwtje echter is in staat met haar gevoelige reukzintuigen een bij van andere insecten te onderscheiden. Als ze een bij heeft gevonden, blijft ze boven de bij hangen tot het juiste moment daar is om aan te vallen. Dan stort de wesp zich op de bij, en met haar poten grijpt ze de bij vast. Gelijk geeft de wesp de bij een verlammende steek, en perst het gif door het lichaam van de bij, waarbij de eventuele nectar ook uit de mond van de bij komt, welke de wesp opdrinkt. Zo legt de wesp een aantal van deze verlamde bijen in haar nest, en legt op een ervan een eitje. Het nest bestaat uit een gang waaraan een aantal kamers liggen, voor iedere larve een. Wanneer het eitje uitkomt, eet de larve de bijen een voor een op. Omdat deze niet zijn gedood maar zijn verlamd, zijn deze nog vers en worden levend gegeten. Het aantal honingbijen bepaalt tevens het geslacht; een of twee bijen geeft een mannetje, bij meer bijen wordt de larve een vrouwtje, deze zijn ook groter.
Blokhoofdwesp spec - Ectemnius spec
Het geslacht Ectemnius wordt tegenwoordig in het Nederlands aangeduid als blokhoofdwespen. Vroeger werd de naam vliegendoders ook wel gebruikt. Het zijn redelijk grote wespen met de typische kleuren zwart en geel. Alle blokhoofdwespen graven hun nestje in dood, vermolmd hout en niet in de grond.
Blokhoofdwesp spec. (vliegendoder) - Ectemnius spec.
Het geslacht Ectemnius wordt tegenwoordig in het Nederlands aangeduid als blokhoofdwespen. Vroeger werd de naam vliegendoders ook wel gebruikt. Het zijn redelijk grote wespen met de typische kleuren zwart en geel. Alle blokhoofdwespen graven hun nestje in dood, vermolmd hout en niet in de grond.
Boswesp - Dolichovespula sylvestris
De boswesp (Dolichovespula sylvestris) is een vliesvleugelig insect uit de familie van de plooivleugelwespen (Vespidae). Soort met een sterke voorkeur voor bosranden, maar ook in tuinen en parken. Koninginnen vliegen van begin april tot ongeveer half juni, waarna de werksters beginnen te vliegen tot eind augustus. Mannetjes vliegen van half juni tot eind september. Nesten worden opgehangen aan struiken, hagen en graspollen. Ook worden ze wel in holtes in de grond gemaakt.
Duitse wesp - Vespula germanica
De Duitse wesp is een vliesvleugelig insect uit de familie papierwespen (Vespinae). De Duitse wesp behoort tot de papierwespen en heeft net als veel andere soorten die tot deze groep behoren een overwegend zwarte kleur met gele vlekken en strepen. Het is daarnaast een insect dat in kolonies leeft, en nesten bouwt van houtvezels zodat het nest een papierachtige textuur heeft. Net als andere papierwespen kan de Duitse wesp pijnlijk steken doordat de vrouwtjes, die het talrijkst zijn en het gehele jaar voorkomen, een angel bezitten. De Duitse wesp leeft hoofdzakelijk van andere insecten en speelt het grootste deel van het jaar een zeer nuttige rol door plantenetende insecten op te ruimen. In de herfst echter zoekt de Duitse wesp net als de gewone wesp naar zoetigheden en wordt gezien als plaaginsect door bezoekers van terrassen.
Europese Hoornaar - Vespa crabro
De hoornaar of paardenwesp is een vliesvleugelig insect uit de familie plooivleugelwespen (Vespidae). De hoornaar behoort tot de echte wespen of papierwespen (Vespinae). De hoornaar kan tot 3,5 centimeter lang worden. Ondanks de indrukwekkende lichaamsgrootte en het luide gezoem is de hoornaar beduidend minder agressief in vergelijking met andere wespen. De steek van de hoornaar is pijnlijker dan de steek van een honingbij maar het gif is minder krachtig. Hoornaars gebruiken het gif om insecten te doden die zij vervolgens met de kaken vermalen tot een papje en aan de larven voeren. De larven geven op hun beurt een zoete vloeistof af aan de werksters die de suikers gebruiken als brandstof om te kunnen vliegen en zo nog meer insecten te vangen. Het nest wordt gemaakt van cellulosevezels die van bomen worden geknaagd. Het nest is bolvormig en bestaat uit meerdere raten. In het nest van de hoornaar is geen honing aanwezig zoals bij de ver verwante honingbij het geval is. Op de foto's zie je ook een hoornaar die, hangend aan een spinnenweb, vakkundig een gevangen insect fileert, om dat mee te nemen naar haar nest.
Franse veldwesp - Polistes dominula
De Franse veldwesp is een wesp uit de familie der plooivleugelwespen (Vespidae). Deze soort is van andere wespen te onderscheiden door het iets afgeplatte, slankere lichaam, meer oranje voelsprieten en een overwegend zwarte kleur met gele dwarsstrepen. Mannetjes zijn van vrouwtjes te onderscheiden doordat ze gekromde uiteinden van de voelsprieten hebben en daarnaast hebben mannetjes groene ogen en de vrouwtjes zwarte ogen. De Franse veldwesp wordt ongeveer 12 tot 18 millimeter lang en is het hele jaar te zien, de koningin overwintert op beschutte plaatsen in bomen maar ook wel in huizen. Deze wesp maakt holen op beschutte plaatsen. Het nest heeft geen papieren omhulsel maar is open, waardoor de wespen goed te zien zijn. De wesp jaagt voornamelijk op insecten en is niet geïnteresseerd in zoetigheid. Wel kan deze wesp steken maar doet dat alleen bij gevaar.
Gewone vliegendoder - Mellinus arvensis
De gewone vliegendoder is een vliesvleugelig insect uit de familie van de graafwespen (Crabronidae). Lengte 7-14 mm. Lichaam slank en opvallend glanzend. Gezicht met gele U. Vaak op zeer kleinschalige, open, zandige tot lemige plekken. De soort graaft een ongeveer 30 cm diep nest, bij voorkeur in een talud. De wesp jaagt op zogenaamde hogere vliegen, vooral van de familie Muscidae. Net als de bijenwolf gebruikt ze haar prooien regelmatig voor de eigen suiker- en eiwitbehoefte. Daartoe worden ze gekneed en gemasseerd, totdat er vloeistof uit de zuigsnuit loopt wat opgelikt wordt.
Gewone wesp - Vespula vulgaris
De gewone wesp is een wesp uit de familie van de wespen (Vespidae). De gewone wesp wordt 17 tot 20 mm lang en is stereotiep gekleurd in zwart en geel. Het is een sociale wesp die zijn papieren nest, dat is samengesteld uit gekauwde houtvezels, vaak onder de grond bouwt. Hierbij maakt de wesp meestal gebruik van een verlaten hol als de start voor het nest. Dit wordt later uitgebreid door de werksters. Deze wesp toont zijn nut in tuinen, omdat hij rupsen en andere schadelijke insecten in toom houdt.
Graafwesp onbekend
nog te determineren
Groefbijendoder - Cerceris rybyensis
De groefbijendoder is een vliesvleugelig insect uit de familie van de graafwespen (Crabronidae). gewone graafbijendoder. Lengte 8-12 mm. Bij voorkeur op open, zandige vlakten, maar ook op vaste, lemige of lôsshoudende grond. Ook in stedelijke omgeving. De nesten lijken op die van de grote knoopwesp, maar zijn minder diep. Als prooien worden groefbijen en zandbijen gevangen.
Grote zeefwesp - Crabro cribrarius
Lengte 11-17 mm, juni-september. Kenmerkend is de zilverkleurige beharing op de clypeus. Schilden aan voorschenen van het mannetje met porseleinachtig glanzend, lichtblauwe kleur, met fijne, witte punctuur. Komt tamelijk algemeen voor bij zonnige bosranden en wegbermen op zandgronden. De merkwaardige schilden aan de voorpoten spelen mogelijk een rol bij de paring. Vaak op schermbloemen te vinden. Nesten worden bevoorraad met vliegen.
Kleine zeefwesp - Crabro peltarius
Graafwespen met verdikte voorpoten. Zeefwespen houden van zandbodems. De soort nestelt ook tussen stoeptegels en in tuinpaden. De kleine zeefwesp maakt haar nest graag in hellingen. De gang kan 30 cm lang zijn en mondt uit in cellen.
Knoopwesp - Cerceris spec.
Niet verder te determineren knoopwesp.
Metselwesp - Symmorphus crassicornis
Soms ook deukmetselwespen genoemd. Nestelen in holle stengels, insectenhotels, enz. Zouden zich specialiseren in de larven van bladhaantjes als prooi. Op de foto een wesp met een keverlarve. In de onmiddellijke nabijheid van de cellengang een bronswesp monodontomerus spec gevonden ; deze zou parasitair kunnen zijn op de metselwesp.
Middelste wesp - Dolichovespula media
De middelste wesp is een veldwesp (Vespinae) in de familie van de plooivleugelwespen (Vespidae). De middelste wesp is alleen dicht bij het nest agressief. De koningin wordt 18-22 mm lang, werksters en mannetjes 15-19 mm. De werkers voeden zich met nectar, maar de koningin en de larven worden gevoed met insecten zoals vliegen en andere wespen. Het lichtgrijze, gemarmerde nest hangt gewoonlijk in een boom, struik of onder een dakrand en wordt gemaakt van populierenhout. Het heeft maximaal een doorsnede van een 30 tal cm en is meestal hoger dan breed. Het nest heeft dan tot 1800 cellen en bevat 900-1700 wespen, larven en eitjes, waarvan maximaal 200 werksters. In augustus sterft het volk. De koningin overwintert.
Mierwesp - Familie Mutillidae
Mierwespen of fluweelmieren zijn een familie van wespachtigen. Mierwespen zijn vleugelloos en lijken op mieren, maar worden beschouwd als wespen-zonder-vleugels. Mierwespen zijn over het algemeen veel behaarder dan mieren.r Het lichaam van deze mierwespen is fluwelig behaard. De mannetjes hebben volledig ontwikkelde vleugels, terwijl de vrouwtjes ongevleugeld zijn. De vrouwtjes kunnen gemeen steken. De lichaamslengte varieert van 0,3 tot 2,5 cm. De eieren worden afgezet op een larve in een cel van een bijen- of wespenkolonie. De larven van bijen en wespen dienen als voedsel voor de larven. Eerst knagen de vrouwtjes een gat in de cel, leggen de eitjes en maken de cel weer dicht. De larve doet zich tegoed aan de larve van de gastheer en verpopt zich in diens cel.
Muurwesp - Ancistrocerus gazella
Ancistrocerus gazella is een soort muurwesp . Als een imago (volwassene) verzamelt het vrouwtje maar liefst 20 rupsen voor elk nest, dat uit een enkele cel bestaat. De larven voeden zich met deze rupsen in het nest, dat is verzegeld met modder. Als volwassenen eten ze nectar en bladluishoningdauw . Mannen kunnen niet steken, en de angel van een vrouw is niet pijnlijk. Ze zijn te vinden op ramen, foerageren naar nectar op bloemen of zoeken naar kleine scheuren of gaten om in te nestelen.
Muurwesp onbekend - Ancistrocerus spec
Muurwespen nestelen in muurgaten en andere openingen, zoals bijvoorbeeld in een gaatje van een rolluik. Ze vangen rupsen voor hun broedsel, waarna ze de gaten dichtmetselen. Deze muurwespen kunnen niet verder gedetermineerd worden.
Pottenbakkerswesp - Trypoxylon figulus
De pottenbakkerswesp behoort tot de familie van de graafwespen (Crabronidae). Deze soort vangt kleine spinnen die als voedsel gebruikt worden voor de larven. Ze maken hun nest vooral in plantenstengels, houtwormgaten en kleicellen. De grootte varieert tussen de 8 en de 15 mm, waarbij de mannetjes opvallend kleiner zijn dan de vrouwtjes. Hun nestholen worden afgesloten met een laagje klei. De foto's werden gemaakt bij het insectenhotel.
Schildwesp - cremnops desertor
Cremnops desertor is een insect dat behoort tot de orde vliesvleugeligen (Hymenoptera) en de familie van de schildwespen (Braconidae).
Steekmuggendoder (mogelijk)- Crossocerus-quadrimaculatus maar zeker Crossocerus spec
De steekmuggendoder (Crossocerus quadrimaculatus) is een vliesvleugelig insect uit de familie van de graafwespen (Crabronidae). Een wesp met meestal een gele tekening op het achterlijf, maar soms ook geheel zwart. Kenmerkend is de tand waarin de richel achter op de kop uitloopt. Lengte mannetje 5-8 mm, vrouwtje 7-10 mm.
Urntjeswesp spec. - familie Eumenus
Hij leeft solitair, legt na het afbouwen van het nestje een eitje, vangt een insect, b.v. een rups, die hij verdoofd, brengt deze verlamde maar nog levende rups naar het nestje en ’ metselt’ de ingang dicht. Uit het eitje komt spoedig een larve, die de nog levende rups opeet. Hierna verpopt de larve zich, om na enige tijd als volwassen urntjeswesp uit het nestje te komen.
Wesp onbekend
Deze wespen kunnen niet verder gedetermineerd worden.
Wesp onbekend (rode sprieten)
Deze wespen kunnen niet verder gedetermineerd worden.
Wesp onbekend (zwarte sprieten kort)
Deze wespen kunnen niet verder gedetermineerd worden.
Wesp onbekend urntjesvorm
Deze wespen kunnen niet verder gedetermineerd worden.
Wespachtigen onbekend
Deze wespen kunnen niet verder gedetermineerd worden.
Wilgenhoutwesp - Xiphydria camelus
De algemeenste van alle Xiphydria soorten. Er is relatief weinig concreets bekend over de voedselplantkeuze, maar meestal wordt uitgegaan van populier Populus en wilg Salix.
Zeefwesp onbekend - Crabro spec.
Deze wespen vangen vliegen voor hun nakomelingen. Op de onderstaande foto's zouden zowel de kleine als de grote zeefwespen voorkomen (Crabro Peltarius en Cribrarius), maar met mijn beperkte kennis krijg ik ze niet verder gedetermineerd.
Zeefwesp onbekend - Crabro spec.
Verdere determinatie niet mogelijk.